Interview Sybilla Dekker: Zonder energietransitie geen Noordzeeoverleg en vice versa

25-06-2024
245 keer bekeken

Energie, natuur en voedsel, waaronder visserij en aquacultuur. Dat zijn de drie transities die zoveel ruimte vragen op de Noordzee, dat de situatie onhoudbaar dreigde te worden.

De afspraken over windenergie in het Klimaatakkoord leiden in 2018 tot het Noordzeeoverleg, dat twee jaar later het Noordzeeakkoord opleverde. Interview met onafhankelijk voorzitter Sybilla Dekker, die sinds begin 2021 de uitvoering in goede banen probeert te leiden.

Voorzitter van het Noordzeeoverleg, Sybilla Dekker. Foto gemaakt door: Fenna Jensma.

In rustig vaarwater belanden. Recht door zee zijn. Het over een andere boeg gooien. Overstag gaan. De wind van voren krijgen. Er geen touw aan kunnen vastknopen. Op dreef zijn. Een oogje in het zeil houden. Geen krimp geven. De wind in de zeilen hebben. De bakens verzetten. Alle zeilen bijzetten.Het grootscheeps aanpakken. In hetzelfde schuitje zitten…

De indrukwekkende geschiedenis van Nederland als zeevarende natie heeft de taal verrijkt met tientallen spreekwoorden en gezegden, die nog steeds worden gebruikt en die linksom of rechtsom, via bakboord of stuurboord, ook van toepassing zijn op het Noordzeeakkoord. Sinds ze begin 2021 onafhankelijk voorzitter werd van het Noordzeeoverleg, heeft voormalig VROM-minister Sybilla Dekker uitdrukkingen als ‘een schot voor de boeg geven’, ‘er bekaaid vanaf komen’ en ‘de beste stuurlui staan aan wal’ misschien zelfs wel letterlijk voorbij horen komen tijdens de vergaderingen.

Door alle ruimteclaims op een van de meest intensief gebruikte zeeën ter wereld, dreigde de wal het schip te keren op de Noordzee

We steken meteen van wal: wat was de aanleiding voor het Noordzeeakkoord?

Dekker: “Door alle ruimteclaims op een van de meest intensief gebruikte zeeën ter wereld, dreigde de wal het schip te keren op de Noordzee. Vanouds zijn er druk bevaren scheepsroutes en is het een belangrijk gebied voor vissers. In de wetenschap dat er sprake is van een waardevol en kwetsbaar ecosysteem, dat sterk onder druk staat, vindt er recreatief gebruik plaats en oefenen de marine en de luchtmacht er. En last but not least worden er olie, gas, zand én windenergie gewonnen. Met name de energietransitie heeft enorme nieuwe ruimteclaims met zich meegebracht, voor windparken maar ook voor ondergrondse CO2-opslag. Met onder andere een veilige doorvaart voor grote schepen als voorwaarde, moet het Noordzeeoverleg zorgen voor nieuw evenwicht tussen de energietransitie, de natuurtransitie en de voedseltransitie.”

De visserijsector wilde het Noordzeeakkoord niet ondertekenen, begin maart stapte Greenpeace er uit… Is dat tekenend voor de sfeer binnen het Noordzeeoverleg?

“Nee, de sfeer is over het algemeen juist heel constructief. In het verlengde daarvan vind ik het Noordzeeakkoord een enorme stap én het bewijs dat alle betrokken partijen in staat waren om over hun eigen schaduw heen te springen. Dat vissers zich het kind van de rekening voelen snap ik, want er komt enorm veel op ze af. In het Noordzeeakkoord staat bijvoorbeeld dat met het oog op natuurbescherming en – herstel in 2030 op 15% van het Nederlandse deel van de Noordzee geen bodemberoerende visserij meer mag plaatsvinden. Vanwege de milieutoestand van de Noordzee vindt Greenpeace dat veel te weinig, maar dat de organisatie het Noordzeeakkoord geeft opgezegd heeft een andere reden: het versnellingsplan gaswinning. Onder invloed van de oorlog in Oekraïne, wil Nederland zijn zelfvoorzienendheid op energiegebied versnellen en vergroten. De staatssecretaris heeft daarom vorig jaar besloten om Noordzeegas versneld te winnen en er ook langer mee door te gaan, iets wat volgens Greenpeace niet strookt met het Klimaatakkoord van Parijs. Als onafhankelijk voorzitter sta ik voor dialoog en het bereiken van consensus, maar dit soort discussies en ontwikkelingen geven wel aan dat het Noordzeeakkoord niet in beton gegoten is.”

Momenteel wordt er op de Noordzee ongeveer 4,5 GW opgewekt aan windenergie, in 2032 moet dat 21 GW zijn en in 2050 circa 71 GW, een giga-opgave

Zonder de energietransitie was het Noordzeeoverleg er misschien niet geweest. Kunt u de ruimtelijke impact kwantificeren?

“Momenteel wordt er op de Noordzee ongeveer 4,5 GW opgewekt aan windenergie, in 2032 moet dat 21 GW zijn en in 2050 circa 71 GW. Dat is een giga-opgave, die op zo’n manier moet worden uitgevoerd dat de impact op het ecosysyeem zo gering mogelijk is. Wat daarbij wel eens wordt onderschat is dat daar ook enorm veel infrastructuur voor nodig is: een deel van de opgewekte windenergie zal in de toekomst op zee worden omgezet in waterstof, maar de rest moet naar de wal worden getransporteerd. Dat geldt trouwens ook voor de waterstof. Ondersteund door onderzoeken, die onder andere worden gefinancierd uit het ‘transitiefonds’ (zie kader, red.), wordt binnen het Noordzeeoverleg ook gekeken hoe die leidingen zo veilig en natuurvriendelijk mogelijk kunnen worden gerealiseerd. Dat heeft onlangs geresulteerd in het afwegingskader Natuurvriendelijk bouwen op de Noordzee, dat ook van toepassing is op projecten op het gebied van olie- en gaswinning, waterstofproductie en ondergrondse CO2-oplslag. Kenmerkend voor onze werkwijze is in dat verband dat in de werkgroep ‘Energie en infrastructuur’ niet alleen vertegenwoordigers zitten van de energiesector, maar ook van natuurorganisaties en de visserijsector.”

Wacht even… vissers hadden het Noordzeeakkoord toch niet ondertekend?

“Na intensieve gesprekken om ze binnenboord te halen, zijn ze in februari 2022 toch overstag gegaan. Ik ben daar heel blij mee, want juist omdat ze zich van alle kanten in hun voortbestaan bedreigd voelen, is het Noordzeeoverleg voor vissers hét platform om mee te praten over een duurzame toekomst. Want die is er: innovatie en verduurzaming moeten ervoor zorgen dat vissers ook op lange termijn een bijdrage kunnen blijven leveren aan de voedselvoorziening en voedselzekerheid.”

We zijn ervan overtuigd dat meervoudig ruimtegebruik een van de oplossingen is voor de ingewikkelde ruimtelijke puzzel op de Noordzee 

Klopt het dat ze dan straks over een ‘gebiedspaspoort’ moeten beschikken?

“Een gebiedspaspoort beschrijft welke activiteiten in een bepaald gebied kunnen worden ondernomen. In een gebiedspaspoort voor een windenergiepark, kan bijvoorbeeld worden aangegeven, of en zo ja, welke vormen van visserij er in de toekomst zijn toegestaan. In dat verband mag onze werkgroep ‘Medegebruik en gebiedspaspoorten’ niet onvermeld blijven: die speelt een belangrijke rol bij de verdeling van de schaarse ruimte op de Noordzee. Uitgangspunt is een integrale, gebiedsgerichte aanpak, die onder andere moet uitwijzen wat de mogelijkheden op het gebied van meervoudig ruimtegebruik zijn. Denk aan zeewierteelt binnen een windmolenpark, ondergrondse CO2-opslag of een zeiljacht of een visserskotter die tussen windmolens door mag varen. Er zijn momenteel wel doorvaartpassages, maar verder is dat onder andere om verzekeringstechnische redenen absoluut niet mogelijk. We zijn ervan overtuigd dat meervoudig ruimtegebruik een van de oplossingen is voor de ingewikkelde ruimtelijke puzzel op de Noordzee. Het Noordzeeoverleg is bij uitstek een platform om daar in een heel vroeg stadium met elkaar over in gesprek te gaan. Als een windmolenpark al in ontwikkeling is, ben je te laat. In de ontwerpfase moet je al gaan kijken wat de mogelijkheden van meervoudig ruimtegebruik zijn, omdat je er dan tijdig op kunt anticiperen. In de wetgeving, want op dat gebied hebben we nog een heel lange weg te gaan, maar ook bij het ontwerp en de indeling van het windmolenpark.”

In het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regeringscoalitie staat dat ‘windmolens zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land moeten komen, waarbij eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij’…

“In het Noordzeeoverleg werk ik aan consensus binnen het primaat van de politiek. De implementatie van het Noordzeeakkoord is daarmee niet in beton gegoten. Nog meer windmolens op zee maakt de ruimtelijke puzzel die we met z’n allen moeten leggen er zeker niet makkelijker op. Als je op de Noordzee vaart lijkt het een oneindige ruimte, maar het aantal ruimtelijke claims en beperkingen is echt enorm. Vijf nautische mijlen rond een boortoren mag bijvoorbeeld niet gebouwd en gevaren worden. De marine en de luchtmacht koesteren hun grote oefengebieden. In Natura 2000-gebieden mogen geen windmolens worden gebouwd. En er zijn ook heel veel zandwinningsgebieden waar verder niets mogelijk is, want op het vasteland heeft de bouw- en infrasector heel veel zand nodig. Ik heb er alle vertrouwen in dat we er uit gaan komen, maar daarbij is het wel essentieel dat binnen het Noordzeeoverleg met elkaar in gesprek blijven. Uiteindelijk doel is een evenwichtige ruimtelijke ordening die voor een goede balans zorgt tussen de energietransitie, de natuurtransitie, de voedseltransitie en de scheepvaart.”

De grote winst van het Noordzeeoverleg is dat er voor is gekozen om te proberen er samen, met alle stakeholders, uit te komen 

De energietransitie was een van de belangrijkste aanleidingen voor het Noordzeeoverleg. Zou je ook kunnen zeggen dat er zonder Noordzeeoverleg geen energietransitie zou zijn?

“Ik denk het wel. Ik chargeer een beetje, maar de tijd dat alles en iedereen z’n ding kon doen op de Noordzee is voorbij. En als je de natuur buiten beschouwing laat, komt dat ook door de nieuwe ruimteclaims waarmee de energietransitie gepaard gaat. De grote winst van het Noordzeeoverleg is dat er voor is gekozen om te proberen er samen, met alle stakeholders, uit de komen.

Ik wil de natuur trouwens helemaal niet buiten beschouwing laten. Uit het rapport ‘De staat van de Noordzee’, dat we in december hebben aangeboden aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, voor Natuur en Stikstof en voor Klimaat en Energie, blijkt dat de ecologische toestand van de Noordzee te wensen overlaat. Om tot een gezonde Noordzee te komen, moet de natuur beschermd en hersteld worden. Dat heeft ook gevolgen voor de manier waarop de energietransitie er nu plaatsvindt. Het moet anders, meer in evenwicht met de natuur, en binnen het Noordzeeoverleg zijn de contouren van die veranderingen al zichtbaar.”

De zeven belangrijkste afspraken uit het Noordzeeakkoord

  1. Het Rijk stelt 200 miljoen euro aan middelen beschikbaar ter ondersteuning van de samenhangende natuur-, voedsel- en energietransities (‘Transitiefonds’). Dit geld wordt gebruikt voor onderzoek en innovatie, monitoring en toezicht en verduurzaming van de vissersvloot.
  2. Er zijn afspraken gemaakt over middelen en het zes jaar geldende ‘transitiefonds’. In 2023 heeft een mid-term review plaatsgevonden van het transitiefonds, waarbij de benodigde middelen voor de uitvoering van het akkoord opnieuw zijn beschouwd.
  3. De ontwikkeling van de Kottervisie door het Rijk/LNV heeft direct te maken met het overleg over het NZA.
  4. Er zijn afspraken gemaakt over een gebiedsgerichte aanpak voor de verdeling van de schaarse ruimte over de verschillende gebruikers van de zee, met behulp van gebiedspaspoorten waarin ook medegebruik van ruimte kan worden aangegeven.
  5. Voor de aanwijzing van nieuwe windparken: zoek eerder naar nieuwe gebieden in het Noorden / Noordwesten van de Noordzee, zodat voor de visserij meer ruimte blijft in het zuidelijk deel van de Noordzee.
  6. Voor natuurgebieden zijn afspraken gemaakt over het percentage gebied dat gevrijwaard wordt voor bodem beroerende visserij (13,7% in 2023 en oplopend naar 15% in 2030). Specifieke afspraken zijn gemaakt over de gebruiksmogelijkheden van onder andere het Friese Front.
  7. Over de winning van olie en gas is de afspraak gemaakt dat de winning van gas op zee beperkt blijft tot onder het niveau van de binnenlandse gasconsumptie. Winning van gas op zee beperkt dan ook de importbehoefte.

Tekst: Cees de Geus. Bekijk het artikel op de website van Energie Podium.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen