Het Noordzeeakkoord wil de uitdagingen van een veranderend gebruik oppakken en een nieuwe balans vinden. Het Noordzeeakkoord schetst een grote behoefte aan een integraal en systematisch onderzoeks- en monitoringsprogramma dat de basis vormt voor kennis over het functioneren van de Noordzee: het programma Monitoring en Onderzoek Natuurversterking en Soortenbescherming (MONS).
Het MONS-programma beoogt de centrale vraag te beantwoorden of en hoe het veranderende gebruik van de Noordzee past binnen de ecologische draagkracht van de Noordzee. Een gezonde Noordzee is voor iedereen van belang. Nu al vraagt het mariene ecosysteem om bescherming en herstel op basis van bestaand gebruik. Het veranderende gebruik (in vorm en intensiteit) moet passen binnen de ecologische draagkracht van de Noordzee.
Doel van het MONS-programma
Het doel van MONS is om de partijen uit het Noordzeeoverleg, en in bredere zin de maatschappij, inzicht te geven in de veranderingen die op de Noordzee kunnen en zullen gaan plaatsvinden. Dit als gevolg van de transities die al gaande zijn (energie, voedselvoorziening en natuur), gecombineerd met factoren als klimaatverandering, verzuring en autonome veranderingen. Al deze ontwikkelingen zullen leiden tot veranderingen in het ecosysteem van de Noordzee, beschermde habitatsleefgebieden en populaties van diverse beschermde soorten. Veranderingen zijn onvermijdelijk. Als de omgeving verandert, verandert ook het ecosysteem. Er zullen dus afwegingen zijn tussen het menselijk gebruik en het ecosysteem, de leefgebieden en de soorten.
Het is de taak van het MONS-programma om de omvang van deze veranderingen te duiden en/of te voorspellen, de ernst van de effecten (wetenschappelijk) te beoordelen en de resultaten hiervan te communiceren naar de Noordzeeoverleg partijen (en het bredere publiek). Op deze manier kan het Noordzeeoverleg goed geïnformeerd conclusies trekken.
Uitvoeringsbureau MONS
Het uitvoeringsbureau MONS voert het MONS-programma uit in opdracht van de Programmacommissie MONS. De Programmacommissie fungeert als tussenportaal tussen het uitvoeringsbureau en het Noordzeeoverleg. In de Programmacommissie zitten vertegenwoordigers van het Noordzeeoverleg.
Het Uitvoeringsbureau MONS is gepositioneerd bij Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. De taken omvatten het uitzetten van onderzoek in de markt, de kwaliteitsborging van de producten zoals onderzoeksrapporten, de onderzoeksresultaten te ontsluiten voor het Noordzeeoverleg, afstemming met relevante andere onderzoekstrajecten binnen de overheid (zoals het Wind op zee ecologisch programma), en de openbaarmaking van de opgedane kennis en inzichten.
Wind op zee ecologisch programma (Wozep) en MONS-programma zijn sinds 1 januari 2024 samengegaan in het Uitvoeringsbureau MONS. Lees meer over de het samen optrekken van MONS en Wozep.
MONS en Wozep in relatie tot andere monitoring- en onderzoeksprogramma’s
Om beleidsontwikkeling voor bescherming, herstel en duurzaam gebruik van de Noordzee te onderbouwen, wordt in verschillende monitoring- en onderzoeksprogramma’s van de rijksoverheid kennis ontwikkeld. Denk aan het programma Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL) van het ministerie van I&W, de Wettelijke Onderzoekstaken van het ministerie van LVVN, de beleidsondersteunende kennisprogrammering van I&W en LVVN, en onderzoek en advies in het kader van OSPAR, ICES, Kaderrichtlijn Mariene Strategie en andere Europese richtlijnen. Daarnaast zijn er Europese kennisprogramma’s (o.a. Horizon Europe) en nationale kennisprogramma’s waarbij het Rijk probeert deze zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de kennisbehoeften vanuit het Noordzeebeleid.
Al deze verschillende programma’s leveren data en kennis die geanalyseerd worden ter beantwoording van kennisvragen over de Noordzee. Bijvoorbeeld voor het bepalen van de ecologische impact van menselijke activiteiten. Met dit netwerk van data-inwinning en kennisontwikkeling op de Noordzee voert het Rijk effectanalyses uit, bepaalt het beleidsdoelstellingen en legt het maatregelenprogramma’s vast in beleids- en beheerplannen. MONS en Wozep zijn onderdeel van dit netwerk en stemmen hun programmering zo goed mogelijk af op deze bestaande en toekomstige kennisprogramma’s. Het doel daarbij is om meerwaarde te creëren voor de eigen programmering. In voorkomende gevallen participeren zij ook in de totstandkoming van de uitvragen voor nationale kennisprogramma’s en/of cofinancieren zij het onderzoek.
De primaire doelgroep van het MONS-programma is het NZO. De kennisvragen volgend uit de NZA-afspraken zijn leidend voor de verdere ontwikkeling van het programma. Hiervoor worden ook de data en kennis van Wozep ingezet. Daarnaast zijn de resultaten van het programma breder te gebruiken, zoals bij de uitvoering en implementatie van het Kaderrichtlijn Marien (KRM) programma, bij de voorbereiding en uitvoering van het Programma Noordzee 2022-2027 (en daaropvolgende programma’s), de implementatie van Natura2000 en het uitvoeren van moties van de Tweede Kamer.
Meer informatie over de organisatie MONS