Leest u de onderstaande tekst liever in een PDF? Download de achtste voortgangsrapportage met begeleidende brief van Sybilla Dekker aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Noordzeeoverleg (NZO) samenwerking, evaluatie en resultaten Voortgangsrapportage 8 over de periode mei 2024 – november 2024
Introductie
In het Noordzeeoverleg (NZO) wordt gewerkt aan de uitvoering van het Noordzeeakkoord (NZA). In de uitvoering staan de voedsel-, natuur- en energietransitie centraal, dit in samenhang met de veilige scheepvaart op de Noordzee. In de deze verslagleggingsperiode zijn grote stappen gezet in de uitvoering van het NZA, waarbij het Noordzeeoverleg streeft naar een balans tussen de drie transities. Met de stappen in de uitvoering die op een steeds drukkere Noordzee worden gezet komt ook spanning naar voren. Dit vraagt om extra inspanning van de partijen. De recente publicaties rondom veiligheid op zee zorgen er ook voor dat er in het NZO meer aandacht is voor het thema veiligheid van infrastructuur, installaties en de scheepvaart op de Noordzee. In deze verslagleggingsperiode is het nieuwe kabinet aangetreden. Het belang van de visserij en de energiewinning komt expliciet in het regeerprogramma aan de orde evenals de uitdagingen waarvoor we op de Noordzee gesteld staan. Als voorzitter heb ik waardering voor de aandacht die er binnen het kabinet is voor de verschillende transities op zee en de verbindende rol van het Noordzeeoverleg.
Partiële herziening Programma Noordzee
Een deel van de NZA afspraken is geïmplementeerd in het Programma Noordzee 2022- 2027 (PNZ). De afgelopen periode is er vanuit het Rijk en met het NZO gewerkt aan een partiële herziening van het PNZ. Dit om de doelen voor en de continuïteit van de uitrol van windenergie op zee te garanderen en de ambitie voor wind op zee in 2050 binnen bereik te houden. Uit de bespreking van de partiele herziening van het PNZ in het NZO blijkt dat de ruimte krap is en de (ecologische) marges klein zijn. Ondanks de verschillende belangen die spelen bij de verdere uitrol van wind op zee is er ook gezamenlijkheid tussen de partijen. Zoals in het NZA neergelegd, blijft voor partijen leidend dat de ecologische draagkracht als basis moet worden gezien bij de uitrol van wind op zee. Er is een voorkeur voor een adaptieve planning bij de kartering van de windenergiegebieden en het ontwerp van windenergieparken om zo rekening te houden met economische activiteiten zoals visserij en mijnbouw en met natuur. Op 29 oktober 2024 zijn de NZO conclusies over de partiële herziening van het PNZ aan de betrokken bewindspersonen aangeboden.
Werkconferentie 4 september
In voortgangsrapportage 7 bent u geïnformeerd over de opvolging van de evaluatie van het NZA die is uitgevoerd door Lysias Advies. Uit de aanbevelingen is naar voren gekomen dat een aantal thema’s extra uitwerking behoeft omdat de implementatie achter ligt op schema of het onderwerp extra aandacht behoeft vanuit urgentie en complexiteit, zoals: beschermde gebieden, ruimtelijke ordening op zee, cumulatieve effecten, ruimte voor voedselwinning op zee en soortenbeschermingsplannen. Deze thema’s zijn tijdens een werkconferentie verder uitgewerkt. Hiermee heeft het NZO een belangrijke stap gezet om gezamenlijk de schouders te zetten onder de uitvoering van de NZA afspraken over deze onderwerpen. De evaluatie van Lysias Advies stelde ook vast dat het zinvol is om in NZOverband na te denken over ruimtegebruik op de Noordzee na 2030. De partijen hebben daarom samen het toekomstbeeld van het ruimtegebruik op de Noordzee na 2030 verkend.
Energie en Infrastructuur
In voortgangsrapportage 7 bent u geïnformeerd over de publicatie van het afwegingskader Natuurvriendelijk bouwen op de Noordzee (NZA o.a. art. 5.2, 5.6 en Bijlage 5). Tijdens deze periode heeft het NZO verder gewerkt aan de implementatie van dit afwegingskader in een serie workshops met betrokkenen uit de windsector en de mijnbouwsector. Daarnaast is ook onderzoek afgerond naar het minimale benodigde geluidsniveau om bruikbare informatie te verzamelen over gas en olie in de bodem (seismisch onderzoek; NZA art. 5.15 en bijlage 5) en gepresenteerd aan het NZO. Verder geeft EBN het NZO maandelijks een overzicht van mijnbouwactiviteiten in N2000-gebieden, volgens afspraak (NZA art. 4.37). Ook is aandacht gegeven aan verschillende trajecten die lopen rond de ruimtelijke ordening van de energietransitie op zee, zoals de ontwikkeling van het Energie Infrastructuur Plan Noordzee.
Voedsel
In deze verslagsleggingsperiode zijn stappen gezet met de uitvoering van NZA afspraken omtrent de voedsel transitie op zee. Er wordt op meerdere manieren gewerkt aan het verder brengen van de Visie voedsel uit zee en grote wateren. In nauwe samenwerking met het Ministerie van LVVN wordt gewerkt aan de uitvoeringsagenda van de voedselvisie. Ook is er overleg geweest over de uitkering van het “Transitiefonds” (NZA afspraak 6.5). De NZO leden uit de voedselsector hebben de afgelopen periode gewerkt aan ondernemersplannen voor de toekomst van de kottervisserij en de aquacultuur sector op de Noordzee. Deze worden begin 2025 opgeleverd.
Natuur
Het gaat niet goed met de natuur op de Noordzee, dit blijkt uit de Staat van de Noordzee en het OSPAR Quality Status Report (QSR). Dit vraagt om extra inzet om invulling te geven aan de afspraken voor de natuurtransitie. In deze context is de afgelopen periode gewerkt aan de uitvoering van NZA art. 4.38 voor de aanwijzing van een gebied gevrijwaard van bodem beroerende visserij. Voor de ecologische staat van de Noordzee is zowel gebiedsbescherming als soortenbescherming belangrijk. Voor de invulling van NZA afspraak 4.38 is intensief overleg gevoerd met alle partijen om tot een consensus te komen over de gebieden die worden gevrijwaard van bodem beroerende visserij. Zodra het op consensus gericht overleg tot conclusies leidt, zullen deze worden aangeboden aan de staatssecretaris van LVVN en de minister van IenW. De invulling van NZA art. 4.38 vraagt veel van zowel de visserij sector als van de natuurorganisaties. Als voorzitter heb ik waardering voor de wijze waarop partijen werken aan gezamenlijke conclusies. Verder is de afgelopen periode in het NZO gesproken over het opheffen van de visserij beperkende maatregelen in de Scholbox (NZA art. 4.44). LVVN bereidt momenteel de procedure voor om de aanpassing bij de Europese Commissie in te dienen.
Onderzoek
In het NZA worden de grote uitdagingen voor de Noordzee beschreven in drie transities, die sterk met elkaar verweven zijn. Vanuit het MONS-programma is deze periode meerjarig onderzoek gestart dat tot doel heeft het ontwikkelen van modellen die kennis genereren van de ecosysteem-effecten van de samenhangende transities en klimaatverandering. Met beter begrip van die effecten en de onzekerheid daaromheen, kunnen kansen voor integraal beleid en beheer inzichtelijk worden gemaakt. Vertegenwoordigers uit het NZO hebben met de onderzoekers meegedacht over de belangrijkste scenario’s voor de Noordzee waarover de modellen uitspraak moeten kunnen doen. Vanuit het MONS programma is het onderzoek naar zandkokerwormriffen afgerond en opgeleverd (NZA art. 4.35). De uitkomsten van dit onderzoek zijn meegenomen in de invulling van NZA art. 4.38. De onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie (NZO WKC) heeft ook een advies uitgebracht over de beslisinformatie voor de uitvoering van NZA art. 4.38.
Slot
De grote ontwikkelingen op de Noordzee vragen om blijvende samenwerking tussen de partijen. Aankomende periode wordt in het NZO verder gewerkt aan de implementatie van het NZA. Ik zal mij als NZO voorzitter inzetten voor het samenwerken aan de uitvoering van het NZA, de drie transities en de uitdagingen waarvoor wij op de Noordzee gesteld zijn.