Noordzeeoverleg blikt vooruit tijdens werkconferentie over het Noordzeeakkoord

06-11-2024
132 keer bekeken

Verslag van de NZO-werkconferentie op 4 september.

Op 4 september vond een speciale werkconferentie van het NZO plaats in Koetshuis van Kasteel De Hooge Vuursche te Baarn. De sessie werd voorgezeten door NZO-voorzitter Sybilla Dekker en gefaciliteerd door bureau WesselinkVanZijst.

In het NZA hebben partijen als gezamenlijk uitgangspunt geformuleerd: ‘de afspraken in dit Akkoord gezamenlijk te evalueren en waar nodig bij te stellen door middel van adaptieve planning (‘hand aan de kraan’ en governance)’ (NZA 3.10). Met de tussentijdse evaluatie van het ‘Transitiefonds’ en het NZA uit 2023 (het Lysias-rapport) is hier invulling aan gegeven. De werkconferentie van 4 september bouwde voort op de aanbevelingen uit de evaluatie. Het NZO zette daarmee de volgende stap om gezamenlijk aanvullende afspraken uit te werken over belangrijke onderwerpen.

Zeven Kernthema's

Op 4 september 2024 heeft het NZO middels een pressure cooker methode een flinke slag geslagen met de uitwerking van prioritaire thema’s die voortkomen uit de tussentijdse evaluatie. In de ochtend spraken de deelnemers over zeven kernthema’s die tot 2030 (de looptijd van het NZA) een belangrijke rol spelen en extra aandacht behoeven in de uitvoering. Voor elk onderwerp was vooraf een vraagstelling als startpunt van het gesprek meegegeven:

  • Beschermde gebieden: hoe maken we de afweging welk gebied op de Noordzee gevrijwaard zal worden van bodemberoerende visserij? Op welke manier wordt hierbij rekening gehouden met de totale ambitie met betrekking tot beschermde gebieden?
  • Gebiedsgerichte aanpak/medegebruik en inzicht in afwegingsprocessen ruimtelijke ordening op zee: zien we op dit moment in de ruimtelijke ordening voldoende mogelijkheden om wat we hebben afgesproken in het NZA in te vullen? En hoe kan het inzicht van de NZO-leden in de afwegingsprocessen en de regie op ruimtelijke ordening vergroot worden?
  • Cumulatieve effecten, ecologische draagkracht als toetssteen: hoe kunnen de effecten van de verschillende (toekomstige) activiteiten op de Noordzee worden geïnventariseerd, opgeteld en onderling afgewogen bij nieuwe initiatieven/ruimtetoewijzing? Welk afwegingskader gebruiken we (of kunnen we gebruiken) om te zorgen dat de cumulatieve effecten van bestaande en nieuwe activiteiten passen bij een goede milieutoestand van de Noordzee?
  • Ruimte voor voedselwinning: wat is er nodig om zeker te stellen dat er ruimte beschikbaar is voor de visserij- en voedselsector zodat deze de ontwikkeling kan maken naar een omgeving waarin de voedselsector mariene eiwitten uit zee kan blijven halen binnen de draagkracht van het ecosysteem? En wat is er nodig om een impuls te geven aan innovatie binnen de voedsel- en visserijsector en hoe kunnen andere Noordzeegebruikers bijdragen aan de toekomst van een duurzame sector?
  • Uitkering “Transitiefonds” t.b.v. visserij: hoe kunnen de overgebleven middelen uit het “Transitiefonds” voor de kottervisserij en garnalenvisserij uitgekeerd worden om invulling te geven aan de voedseltransitie?
  • Soortenbescherming: welke consequenties heeft de vertraging in het opstellen en het uitvoeren van de soortenbeschermingsplannen voor het realiseren van de drie transities op zee?

De bespreking gebeurde in kleine groepen volgens de World Café methode. Het doel was te bespreken hoe deze onderwerpen uit het NZA uitgevoerd kunnen worden; hoe halen we de doelstellingen van het NZA, welke versnelling is nodig en welke aanvullende afspraken zijn daarvoor nodig? Na twee gespreksrondes was het tijd voor de lunch. Daarna vond een terugkoppeling van de ochtend plaats door rapporteurs van elke tafel. De voorzitter stelde vast dat in het ochtendprogramma hard is gewerkt, met een ‘goede vibe’. Men had oog en oor voor elkaars standpunten. Aan de tafels vond een vruchtbare uitwisseling van gedachten en ideeën plaats. De oogst was een rijke verzameling aan suggesties. De uitwerking van de suggesties zal opgepakt worden in de eerstvolgende NZO-vergaderingen.

Ruimtegebruik Noordzee na 2030

Het Lysias-rapport stelde ook vast dat het zinvol is om in NZO-verband na te denken over ruimtegebruik op de Noordzee na 2030. Het middagprogramma stond daarom in het teken van het verkennen van een gezamenlijk toekomstbeeld van het ruimtegebruik op de Noordzee na 2030. Als aftrap van de verkenning gaf een vertegenwoordiger van elk van de vijf NZO-clusters (het Rijk, de Natuur, de Energie, de Scheepvaart/havens, de Visserij/Voedsel) een pitch waarin vanuit de sector de perspectieven werden geschetst op de Noordzee na 2030. Als houvast was door het NZO-secretariaat een aantal thema’s (uit de tussentijdse evaluatie) meegegeven: internationale samenwerking, integraliteit ruimtelijke ordening processen, nieuwe ontwikkelingen, tempoverschillen in de transities, veiligheid. De sectoren gingen ook in op welke rol het NZO zou kunnen vervullen bij de ontwikkeling van de ruimtelijke ordening op de Noordzee na 2030. Elke spreker eindigde met een vraagstelling voor tijdens een brainstormwandeling, die na de pitches volgde.

De pitches verwezen naar de opgaven op de Noordzee die in de toekomst ingewikkelder worden door de groeiende complexiteit in ruimtegebruik en belangen. Aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, vanwege hun ruimtebeslag, zijn o.a.: ruimte voor visserij, een gezonde visstand en een duurzame vloot t.b.v. voedselzekerheid, veiligheid van (grote en kleine) scheepvaart en infrastructuur op de Noordzee, de gevolgen van klimaatverandering en -adaptatie en de geopolitieke situatie, een betrouwbare energievoorziening en CO2-emissies naar ‘zero’ in 2050, digitalisering op zee, vervuiling, verstoring van populaties en het belang om huidige en toekomstige activiteiten binnen de ecologische draagkracht van de Noordzee krijgen, voorbij de grenzen van de eigen Noordzee kijken naar internationale samenwerking en kennisontwikkeling.

De rol van het NZO

De rol van het NZO is erg belangrijk voor het vormgeven van het ruimtegebruik van de Noordzee tot 2030 én na 2030. Want het NZO richt zich op de balans tussen de (ruimtelijke) belangen op de Noordzee en brengt adviezen (inclusief blootgelegde dilemma’s) naar de politiek. De rol van het NZO is om in Nederland te kijken welke sectorspecifieke en sectoroverstijgende afspraken gemaakt kunnen worden om te voorkomen dat we in silo’s denken en werken. Daar ligt de kracht van het NZO. Benadrukt werd de behoefte aan een adaptieve aanpak die – rekening houdend met alle onzekerheden – ruimte kan bieden aan (toekomstige en innovatieve) oplossingen voor gestelde doelen, en tegelijkertijd robuuste keuzes bv. over de uitrol van infrastructuur

Brainstormwandeling

Na de pitches gingen de deelnemers in groepjes een wandeling van een halfuur maken op het landgoed om verder te brainstormen over de transities op de Noordzee na 2030. Elk groepje besprak één perspectief met de discussievraag van de pitcher als uitgangspunt. De groepjes hadden een gemengde samenstelling van vertegenwoordigers van verschillende clusters. Bij de wandeling draaide het om de bereidheid om naar elkaar te luisteren, niet in tegengestelde belangen te blijven hangen en zo een constructiever gesprek mogelijk maken.

Resultaten

Na de wandeling verzamelden de deelnemers rond een tijdlijn waarop de opeenvolgende jaren 2024 – 2027 – 2030 – 2034 – 2040 stonden weergegeven. De deelnemers gaven op Post-its bondig hun input over de perspectieven op de Noordzee na 2030 en plaatsten die op de tijdlijn. Die input werd gezamenlijk besproken. Zo wil het NZO nu al maximaal inzetten op de voorbereiding van het Programma Noordzee, dat gaat over de langere termijn, zowel inhoudelijk (ruimtebeslag, effecten) als procesmatig (adaptief inrichten, besluitvormingsproces). Er is behoefte aan een gereedschapskist om afwegingen te maken en aan transparantie in hoe de verschillende belangen worden meegewogen in keuzes.

Afsluiting

De voorzitter sloot het programma af met de constatering dat de verkenning van ‘transities op de Noordzee na 2030’ is afgetrapt en heeft geleid tot veel ideeën – een mooie en veelbelovende aanzet voor een gezamenlijke visie op de Noordzee 2040. De sessie was anders, informeler en dynamischer van opzet dan de reguliere NZO-vergaderingen. Door de inzet van de deelnemers is deze NZO-werkconferentie een geslaagde dag geworden, met een rijke oogst over de Noordzee tot 2030 (ochtend) en de Noordzee na 2030 ‘het verder kijkertje’ (middag). Er is naar elkaar geluisterd, er zijn ideeën uitgewisseld en er is gelachen. Alle input van de dag zal door het NZO-secretariaat worden samengevat en gekoppeld aan voorstellen voor nadere bespreking en te maken afspraken in het NZO.

 

Bord van de locatie.

 

NZO-leden aan het brainstormen over de zeven kernthema's.

 

Brainstormwandeling door het bos.

 

Brainstormresultaten op post its.

 

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen